Hoe kan ik mijn kind begeleiden zonder politieagent te zijn?
- Freek Stevens
- 18 sep
- 4 minuten om te lezen
Wat we van Wim ter Horst kunnen leren over mediaopvoeding
“Opvoeden is het gewone leven herstellen”, het was een leven lang de boodschap van pedagoog Wim ter Horst (1936–2018). Geen ingewikkelde methodes of dure programma’s, maar kleine dagelijkse dingen die kinderen houvast geven: samen eten, een grapje aan tafel, een vast ritueel voor het slapengaan, …
Vandaag zitten veel ouders met een nieuwe vraag: Hoe kan ik mijn kind begeleiden zonder voortdurend politieagent te zijn? Zeker als het gaat over schermtijd en media. We willen niet de hele tijd controleren of straffen. Aan de andere kant willen we ook niet naïef zijn. Precies daar kan de visie van ter Horst een ander perspectief bieden.
Van politieagent naar begeleider
Veel ouders voelen zich verplicht om streng op te treden: regels opstellen, schermen afpakken, constant controleren. Dat put uit, voor jou én voor je kind.
Ter Horst biedt een alternatief. Je hoeft niet alleen de politieagent te spelen, je bent een ouder die verschillende rollen combineert. Hij geeft er ons vijf:
Schatbewaarder: beschermen en koesteren, ook online en zeker in het begin.
Tuinier: ruimte geven om te groeien, met af en toe wat snoeiwerk. Hoe groter ze worden hoe minder we hopelijk moeten snoeien.
Trainer: vaardigheden aanleren: leren omgaan met groepsdruk, leren afspraken nakomen.
Gids: betekenis geven, praten over wat ze zien of meemaken.
Zingever *: rituelen en momenten van verbondenheid creëren.
Als ouder hoef je dus niet één rol te spelen, en al helemaal niet die van politieagent. Je bent eerder een begeleider die schakelt tussen zorg, structuur en gesprek.
(*) ter Horst spreekt over priester ipv zingever, maar ik hou meer van een up to date term
Gewoon opvoeden, ook mét schermen
Schermen kunnen veel spanning oproepen in een gezin: discussies over gametijd, de eindeloze scroll op TikTok, telefoons aan tafel. Toch gaat het niet om vechten tegen die schermen, maar om samen leren leven met schermen.
Dat kan op heel gewone manieren:
Samen een film kijken en erover napraten.
Een vaste afspraak rond telefoons aan tafel.
Een grappige reel of TikTok delen tijdens het koken.
…
Het zijn geen grootse interventies, maar kleine gewoontes die ervoor zorgen dat digitale media een onderdeel van je leven worden, zonder dat ze alles overheersen of een negatieve connotatie krijgen.
De grondvormen van contact
Ter Horst noemde deze interventies de grondvormen van contact, de basiservaringen waardoor kinderen zich veilig en verbonden voelen.
Het gaat om:
Aanraken en verzorgen: een knuffel, een hand op de schouder.
Samen spelen: plezier maken, offline maar dus ook digitaal.
Samen eten en drinken: de tafel als rustpunt van de dag, graag zonder schermen.
Vieringen en rituelen: feestdagen, verjaardagen, maar ook een vast slaapritueel.
Samen leren en praten: nieuwsgierig zijn naar de wereld en naar elkaar.
Erop uit trekken: de deur uit gaan, samen iets beleven.
Samen werken: klusjes, koken, dingen doen die nuttig én verbindend zijn.

In een gezin vol schermen zijn die grondvormen misschien nog belangrijker. Samen gamen kan net zo verbindend zijn als samen een gezelschapsspel spelen. Een foto van een fijn moment kan het gesprek openen. Een telefoontoestel dat ’s avonds beneden blijft, maakt het slaapritueel rustiger en intiemer. En dat gezellig samen tafelen, zonder tablet of smartphone in de hand is enorm verbindend.
Je kind écht zien, ook online
Volgens Ter Horst wil elk kind maar één ding: gezien worden. Niet alleen oppervlakkig, maar écht gekend in wie het is.
Vandaag zoeken kinderen die bevestiging ook online. Een like, een snapstreak, een uitnodiging voor een game, het zijn allemaal signalen die zeggen: “ik hoor erbij”.
Als ouder is het soms frustrerend om dat te begrijpen. Toch zit daar de sleutel: toon oprechte interesse. Vraag wat hen aantrekt in die ene YouTuber. Vraag welke TikTok hen deed lachen. Vraag waarom een game zo boeiend is. Daarover schreven we al eerder in deze blog.
Het gaat minder om de uren die ze op een scherm doorbrengen, en meer om wat ze daar beleven. Kinderen voelen haarfijn aan of je nieuwsgierig bent of vooral aan het oordelen. Pas als ze zich gezien voelen, is er ruimte om samen grenzen te bespreken.
Zorg voor jezelf, omdat jij er ook toe doet
Wim ter Horst zei het al: een ouder kan pas goed opvoeden als hij of zij zelf vitaal is. Dat is geen egoïsme, dat is gezond verstand. Want een ouder die zichzelf goed verzorgt, kan er met meer rust en energie zijn voor zijn kinderen.
In een digitale wereld is die zelfzorg misschien nog belangrijker. Schermen trekken ook voortdurend onze aandacht. Als je niet oppast, ben je zelf de hele tijd “aan” en blijft er weinig ruimte over voor ontspanning.
Daarom is het zo waardevol om bewust voor jezelf te zorgen:
Leg je smartphone gerust even weg en geniet van rust.
Neem tijd voor iets dat jou energie geeft: lezen, sporten, muziek maken, wandelen.
Zoek verbinding met andere volwassenen, zodat je niet alleen in je opvoedingsvragen staat.
Door goed voor jezelf te zorgen, toon je je kinderen meteen ook een sterke boodschap: jij mag er zijn, maar ik ook. Zelfzorg is dus niet het laatste op je lijstje, maar een essentieel onderdeel van opvoeden. Het is de zuurstof die jij nodig hebt om er voor je kind te kunnen zijn.
Waarom dit zo relevant is
Bij Digisaurus zeggen we vaak: mediaopvoeding gaat niet over meer regels, maar over meer relatie. Wim ter Horst zei het decennia geleden al: herstel het gewone leven.
En dat gewone leven is verrassend sterk: samen eten, samen lachen, samen leren, elkaar écht zien, en af en toe voor jezelf zorgen.
Het klinkt eenvoudig en dat is het misschien ook.
Want uiteindelijk gaat het in opvoeding, ook in een digitale wereld, niet om schermtijd. Het gaat om samen tijd maken.