De discussie rond het aangekondigde smartphone-verbod op school vanaf september 2025 en het voorstel tot een verbod op sociale media onder de 16 jaar laait steeds vaker op. Maar is een verbod wel de juiste oplossing? De Vlaamse Jeugdraad vroeg onze mening, en dit is hoe we vanuit Digisaurus hiernaar kijken.

Een smartphone-verbod op school?
Een verbod biedt op het eerste gezicht duidelijke voordelen. Het zou de focus in de klas verhogen, klasmanagement vergemakkelijken en het leerrendement verbeteren. Ons brein heeft immers rust nodig om informatie te verwerken, en voor de meeste leerlingen gebeurt dat niet via een schermpje. Vooral de jongste leerlingen in het secundair onderwijs worden zo beschermd tegen de verleiding om zich terug te trekken op hun smartphone in een soms overweldigende schoolomgeving. Voorwaarde is dan wel dat er voldoende aantrekkelijke alternatieven worden aangeboden.
Toch zijn er ook nadelen.
Een volledig smartphone-verbod op school ontkent ook de rol van de school als oefenplaats tot burgerschap of leefgemeenschap waar men ook ervaringsgericht mediawijs wordt.
Een verbod verschuift de problemen die voortkomen uit het smartphonegebruik (cyberpesten, negatieve beïnvloeding, digitale balans, …) naar de straat, waar ze moeilijker te beheersen zijn.
Door een verbod zouden scholen zich meer kunnen gaan richten op controle in plaats van begeleiding en leren leerlingen niet hoe ze verantwoordelijk met smartphones en sociale media kunnen omgaan.
Waar we er tot nu toe steeds op aangedrongen hebben om ouders en scholen samen te laten werken rond mediaopvoeding vanuit hun gemeenschappelijke taak tot opvoeden, zouden scholen zich hier nu van af kunnen houden, waardoor de ‘opdracht’ nog meer bij de ouders alleen komt te liggen.
Het risico is reëel dat jongeren na schooltijd gaan compenseren, wat nieuwe uitdagingen met zich meebrengt en gezinnen moeten hier dus duidelijk verder in versterkt worden, misschien nog meer dan vroeger.
Sociale media verbieden onder 16 jaar?
Zolang er té weinig gedegen conclusies getrokken kunnen worden uit het onderzoek naar het effect van sociale media op het mentaal welbevinden van onze jongeren, neigen we ouders te adviseren waakzaam te zijn. Toch lijkt een algemeen verbod op sociale media voor jongeren onder de 16 een te drastische maatregel. Hoewel jongeren van 16 en ouder de risico’s beter begrijpen op basis van hun ontwikkelingsniveau, betekent dat niet dat ze deze risico’s beter kunnen inschatten zonder enige ervaring. We weten al langer dat mediaopvoeding zo vroeg mogelijk moet starten en het is dan ook onmogelijk te wachten tot 16 jaar om jongeren ermee ervaring op te laten doen. Maar we pleiten hierbij eens te meer voor de versterking van de ondersteunende rol van ouders en andere opvoedfiguren.
Een ander praktisch probleem is wie dit verbod uiteindelijk zal moeten handhaven. Wij vrezen opnieuw dat men daarvoor in eerste instantie zal kijken naar de ouders. Dat wordt bijzonder lastig, niet in het minst voor jongeren die ondertussen al ouder dan 13 jaar zijn. Het probleem van ‘liegen’ over de leeftijd (en vaak ook met medeweten van de ouders) zal zich simpelweg verplaatsen van 13 naar 16 jaar. Net zoals nu, zullen sommige jongeren toch vroegtijdig actief zijn op sociale media en dus begeleiding daarbij nodig hebben. En laten we eerlijk zijn: Google leert hen nog steeds hoe ze een verbod kunnen omzeilen.
En wat te denken van de kansen die sociale media onze jongeren geven, bijvoorbeeld op vlak van leren, zichzelf ontwikkelen, in relatie gaan, …. Het is niet logisch om alle platformen te verbieden vanwege de nadelen voor een eerder beperkte groep. Dat zou voelen als schieten met een bazooka op een mug. Voor sommige jongeren, ook kwetsbare, kunnen sociale media net een bron van steun zijn. We vinden het belangrijk te blijven benadrukken dat niet elk schermgebruik hetzelfde is of dezelfde impact heeft. Een verbod zou ook zinvolle functies wegnemen, vaak functies die ouders samen met hun kinderen gebruiken.
Wat hebben ouders en opvoeders nodig?
Een verbod is een instrument dat volgens ons té weinig raakt aan de kern van de zaak, en dat is dat het nodig is beter zicht te verwerven in wat nu eigenlijk het effect is van de smartphone en de bijhorende sociale media op o.a. leren, digitale balans, emotioneel welbevinden, en blijvend in te zetten op het verbeteren van preventieve en curatieve interventies.
Vanuit de positie van ouders vinden wij het dus waardevoller om ouders beter te ondersteunen in hun rol als mediaopvoeders. Dit kan door:
Hen te helpen om thuis hun kinderen focus te leren houden en om te leren gaan met online risico’s;
Hen leeftijdsadequate adviezen te geven over mediaopvoeding;
Hen bewust te maken dat het niet alleen om schermtijd gaat, maar vooral ook om hoe schermen gebruikt worden;
Hen te zien als coaches in plaats van controleurs;
Hen een stem te geven in het maatschappelijk debat.
Met verbod of zonder, het inspireren en versterken van ouders, leerkrachten, opvoeders en iedereen die zich een 'dinosaurus' voelt in de digitale leefwereld van kinderen en jongeren, zal nog lang onze ambitie blijven en een maatschappelijke nood invullen.
Comments