TEAM NUANCE - Waarom we beter niet alle sociale media op één hoop gooien.
- wouter de meester
- 30 apr
- 4 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 6 mei
Van TikTok tot WhatsApp: ze hebben niet allemaal dezelfde impact op onze kinderen.
De discussie over sociale media en jongeren lijkt wel nooit stil te vallen. En de laatste tijd wordt die discussie alsmaar feller gevoerd: zorgen over verslaving, zelfbeeld, prestatiedruk, eenzaamheid, verminderd mentaal welzijn... Je hoeft de krant maar open te slaan en je struikelt over de alarmerende koppen.
Uit wetenschappelijke hoek komen er zeer diverse stemmen en ook op het politieke toneel is het een hot topic. Sommige stemmen pleiten zelfs voor een social media verbod voor jongeren. En nu roert de praktijk (van de psychiaters) zich ook.
En ik snap het. Als ouder voel ik die bezorgdheid zelf ook. Want sociale media zijn aanwezig. Meer dan ooit. Maar wat me in die hele discussie vaak stoort, is hoe makkelijk we alle platformen op één hoop gooien. Alsof TikTok, YouTube en WhatsApp allemaal exact hetzelfde effect hebben op onze kinderen.
(lees verder onder de afbeelding)

Een recent onderzoek van de Universiteit van Amsterdam bevestigt dat gevoel. Onderzoekers deden diepgravend onderzoek aan de hand van logboeken en interviews bij bijna 500 jongeren tussen 13 en 17 jaar en kwamen tot een opvallend duidelijk verschil tussen sociale media die vooral draaien rond communicatie & verbinding en diegene die eerder gericht zijn op zichtbaarheid.
De conclusie? Sociale media waarin communicatiefuncties meer belang hebben zoals WhatsApp en Snapchat blijken eerder positieve effecten te hebben. Jongeren voelen zich er meer verbonden met hun vrienden, het helpt hen om sociale banden te onderhouden en versterkt het gevoel van erbij horen.
Maar de keerzijde is er ook. Visuele platforms zoals TikTok, YouTube en Instagram worden in het onderzoek genoemd als platformen die het welzijn van jongeren negatief kunnen beïnvloeden. Jongeren geven zelf aan dat deze media hen eerder onzeker maken over zichzelf. Dat het constante vergelijken, het perfectionisme en de drang om ‘mee te zijn’ zwaar kan wegen.
Hoe kan je dit vertalen in jouw gezin?
In m’n eigen gezin maken wij bewust het onderscheid tussen wat we ondertussen ‘vriendschapsversterkende’ sociale media noemen (zoals WhatsApp) en ‘profilerende’ sociale media (zoals Instagram en TikTok). En dat helpt ons om duidelijke keuzes te maken.
Mijn kinderen (12 en 14) mogen bijvoorbeeld al WhatsApp gebruiken vanaf hun twaalfde. Niet omdat ik denk dat het een neutrale tool is — maar omdat ik zie dat het hen helpt om sociaal te blijven. Maar TikTok? Daar wachten we nog even mee. Want een stevig zelfbeeld bouw je niet op in een commentsectie of via likes. Dat vraagt tijd, vertrouwen en begeleiding.
Dit wil natuurlijk niet zeggen dat profilerende sociale media altijd negatief zijn. Er is creativiteit, expressie en plezier te vinden. Maar het vraagt wel meer bewustzijn. En begeleiding. Van ons als ouders, opvoeders en leerkrachten.
Vriendschapsversterkend betekent niet: ‘zonder gevaar’
Dat vriendschapsversterkende sociale media zoals Snapchat in de basis positief kunnen zijn, betekent niet dat ze automatisch onschuldig zijn. Zo is het risico op cyberpesten via dit soort platformen helaas heel reëel — precies omdat communicatie er vaak vluchtig en onzichtbaar verloopt. Ook de populaire ‘Snap Map’, die live toont waar iemand zich bevindt, brengt risico’s met zich mee. Jongeren kunnen zich er gecontroleerd of opgejaagd door voelen, en soms zelfs onveilig. En vriendschappen afmeten aan het aantal dagen dat je een ‘Streak’ hebt volgehouden? Dat lijkt ons een behoorlijk wankele basis voor verbondenheid. Dus ook hier blijft het van belang om ouders de juiste ondersteuning en informatie te blijven geven.
Nét iets minder zwart-wit. Leve 'Team Nuance'!
Hoe oprecht en begrijpelijk de bezorgdheid van ouders en beleidsmakers ook is — een totaalverbod op sociale media duwt het gesprek al snel in de richting van zwart-witdenken. Terwijl net daar het probleem zit: in de veronderstelling dat alle sociale media één pot nat zijn. Alsof WhatsApp, TikTok, Snapchat en Instagram allemaal exact hetzelfde effect hebben op jongeren. Terwijl we net zien dat de impact van zo’n platform sterk afhangt van hoe en waarom het gebruikt wordt.
Daarom dit pleidooi voor een méér genuanceerd verhaal. Sommige sociale media bieden jongeren immers ook kansen om zich te uiten, bij te leren en zich verbonden te voelen. Maar we erkennen dat er tegelijk ook terechte zorgen over verslaving, invloed van algoritmes en de druk die sociale media kunnen meebrengen. Daarom hebben we regels nodig die techbedrijven meer verantwoordelijkheid opleggen, maar evengoed is er nood aan een realistisch en genuanceerd gesprek over hoe jongeren vandaag online leven.
Maar vooral: we mogen ouders niet vergeten in dit verhaal. Zolang die regels er nog niet zijn, blijven zij aan zet – vaak met weinig houvast en moeten we hen vanuit Digisaurus op een constructieve manier blijven ondersteunen, want wachten op nieuwe regelgeving helpt hen niet vooruit. Wij willen dat ouders nú aan de slag gaan met hun kinderen en dat kunnen doen vanuit een oprechte en verbindende dialoog. Laten we hen daarom dus ondersteunen met kennis, begrip en praktische handvatten, zonder oordeel. Want onze kinderen groeien vandaag op. En zij verdienen het dat we hen nú begeleiden, met open ogen én een warm hart.
Comments