top of page

TEAM NUANCE - Het verschil tussen synchrone vs. asynchrone communicatie

(en waarom sociale media daar een stap verder in gaan)


Je stuurt een bericht. Ziet blauwe vinkjes. Wacht. Niets. Welkom in de wereld van asynchrone communicatie waar alles traag lijkt te gaan, maar intussen in je hoofd razendsnel escaleert.


Voor jongeren, die vandaag opgroeien met WhatsApp, Snapchat, Instagram en TikTok als vanzelfsprekende communicatiekanalen, is dat een dagelijkse realiteit. En die is soms verwarrend, vermoeiend en emotioneel belastend.


Als ouder of opvoeder is het daarom belangrijk om te snappen: asynchrone communicatie is niet zomaar ‘makkelijk’ of ‘flexibel’ — het is ook misleidend, harder en vaak veel zwaarder dan het lijkt.


En dat geldt nog sterker voor sociale media dan voor berichtenapps.


Synchroon vs. asynchroon: een wereld van verschil


  • Synchrone communicatie = live praten: bellen, videobellen, face-to-face.

  • Asynchrone communicatie = met vertraging: iemand stuurt iets, en jij reageert later of helemaal niet.


In die vertraging zit het probleem: onzekerheid, misinterpretatie, uitgestelde emoties.


De valkuilen van asynchrone communicatie bij jongeren


  1. Geen onmiddellijke feedback = veel stress


Jongeren (en volwassenen) vragen zich constant af: “Wat betekent het dat hij niet antwoordt?” “Was mijn bericht stom?” Een blauwe vink of ‘gezien’ kan aanvoelen als een afwijzing. Een stilte wordt soms dagenlang herkauwd.


Daar vergeten we de NIVEA-regel.

De wat? De N I V E A -regel.

Niet Invullen Voor Een Ander.

Dat wachten en het uitblijven van directe feedback zet ons hoofd aan het denken. We vullen in wat de ander doet of denkt en maken problemen die er eigenlijk niet zijn.


  1. Geen toon, geen lichaamstaal, wel interpretatie


Zonder gezicht of stem erbij krijgt elk zinnetje een eigen lading. “Ik zie wel” klinkt neutraal, maar kan kil overkomen. Jongeren vullen de gaten zelf in, vaak met hun grootste angsten voor ogen: "NIVEA vergeten smeren".


  1. Gesprekken die blijven hangen


Een onduidelijk bericht. Een “passief-agressieve” reactie. Dan stilte. Dan weer iets. Discussies op WhatsApp of Snapchat slepen vaak langer aan dan nodig, omdat niemand echt de emotionele toon voelt.


  1. Hoe komt dit dan?


We communiceren op drie niveaus:

1. verbaal (+/- 7%) via woorden of klanken een boodschap overbrengen;

2. para-verbaal (+/- 38%) via je stem, je intonatie en spreektempo;

3. non-verbaal (+/- 55%) via je houding, je mimiek, je bewegingen en hoe je eruit ziet, maar ook of je oogcontact maakt.

Communicatieniveaus emotionele communicatie
Bij emotionele communicatie is de invloed van verbale communicatie slecht 7%

In digitale context vallen die twee belangrijkste onderdelen, het non-verbale en het para-verbale, grotendeels weg. Daardoor missen we dus 80 tot 90% van de communicatie, die we dan snel zelf gaan invullen. NIVEA, weet je wel?


Let op:

Deze verdeling komt uit het onderzoek van Albert Mehrabian (jaren '70), maar wordt vaak verkeerd geïnterpreteerd. Zijn studie ging specifiek over emotionele communicatie – bijvoorbeeld wanneer iemand zegt “ik vind je leuk” met een boze blik of een kille stem.


In een normaal gesprek of informatieve communicatie ligt de invloed van de woorden veel hoger dan 7%. Denk aan een lezing, een vergadering, of een tekstbericht: daar is verbaal véél belangrijker.

Soort communicatie

Verbaal

Para-verbaal

Non-verbaal

Emotionele communicatie (face-to-face)

~7%

~38%

~55%

Informatieve communicatie (face-to-face)

hoger dan 7%

nog steeds belangrijk

ondersteunend

Online tekst (berichten/apps)

100% verbaal

0%

0%

Spraak zonder beeld (telefoon)

~40% verbaal

~60% 

0%

Dus zodra we online gaan, missen we grotendeels het para-verbale en het non-verbale. Deze hebben we heel hard nodig om emotionele boodschappen beter te begrijpen.


Sociale media maken het complexer


We denken vaak dat berichtenapps (zoals WhatsApp, Snapchat) het lastigst zijn voor jongeren, maar in realiteit ligt het risico op verwarring, onzekerheid en zelftwijfel nog veel hoger op sociale media zoals TikTok en Instagram.


Waarom?


In berichtenapps:

  • Je communiceert (meestal) met mensen die je kent.

  • Er is een zekere wederkerigheid: jij zegt iets, de ander antwoordt.

  • Het gesprek heeft een structuur.


Op sociale media (TikTok, Instagram, …):

  • De communicatie is extreem éénrichtingsverkeer.

  • Je gooit iets online en wacht, zonder ooit te weten wanneer, wie, of of iemand reageert.

  • Alles speelt zich af in een zee van anderen die ook zenden.


Asynchroniteit op sociale media is niet alleen tijdgebonden, maar ook emotioneel afstandelijk.

Je krijgt geen reactie, geen bevestiging, geen context. Alleen algoritmes, likes of... stilte.

En die stilte voelt nog harder dan bij een gemist WhatsApp-bericht. Want je stelt jezelf tentoon, letterlijk, en krijgt soms niets terug.


De impact? Groter dan we denken


Voor jongeren die nog volop leren omgaan met sociale relaties, zelfbeeld en communicatie is dit verraderlijk terrein:


  • Ze vergelijken zich met anderen zonder enige context.

  • Ze wachten op reacties die misschien nooit zullen komen.

  • Ze bouwen een identiteit op die afhankelijk wordt van externe bevestiging — zonder echte dialoog.


En dat alles zonder wederkerigheid, zonder nuances, zonder echte menselijke connectie.


Daarom maken wij graag een onderscheid tussen vriendschapsversterkende media en profilerende media. Daar schreven we al eerder over in dit stuk over het verschil in sociale media.


Wat kunnen we als opvoeders doen?


Maak het verschil duidelijk

Niet elke vorm van online communicatie is even gezond of verbindend. Jongeren moeten leren herkennen: “Wanneer voel ik me echt gezien?” en “Wanneer voel ik me juist leeg na een uur scrollen?”. Hoe doe je dat? Door te praten.


Stimuleer synchrone communicatie als het ertoe doet

Als het spannend is: bij ruzie, verliefdheid, groepsdruk,...  Leer jongeren kiezen voor echte gesprekken. Bellen. FaceTimen. Oogcontact. Alles wat context terugbrengt.



Normaliseer traagheid én kwetsbaarheid

Leer jongeren dat ze mogen zeggen: “Ik las je bericht, maar ik antwoord even later” of: “Ik vond dat bericht moeilijk om te begrijpen, kunnen we praten?”


Wees kritisch over sociale media, zonder te demoniseren 

Niet elk platform is slecht, maar sommige mechanismen wél. Help jongeren dat te doorzien: “Waarom voel je je soms slechter na Instagram dan na een gesprek met een vriend?”


Hoe doe je dat allemaal? Door te praten en het voor te leven.

Praten met jongeren, daar schreven we ook al eens over.

Het voor leven is misschien wel moeilijker dan het lijkt. Probeer echter zoveel mogelijk het goede voorbeeld te geven. Kinderen en jongeren leren nog altijd het meeste door te spiegelen!


Tot slot: communicatie is geen content


Zowel berichtenapps als sociale media doen alsof ze mensen verbinden. Apps zoals Whatsapp en Snapchat kunnen dat vaak ook echt doen voor veel jongeren. Maar in sommige gevallen kunnen ze jongeren ook afsnijden van echte interactie. Als ze die apps gebruiken om af te spreken in de fysieke wereld, dan is het een hele grote meerwaarde. Als ze die apps gebruiken in plaats van communicatie in de fysieke wereld, dan kunnen er asynchrone communicatieproblemen komen.


Echte communicatie is niet wat je zendt, maar wat je terugkrijgt.


En daar wringt het soms in de online wereld: de vertraging, de stilte, de oppervlakkigheid maken het moeilijk om écht gehoord te worden.


Daar ligt onze rol als opvoeders: jongeren helpen omgaan met stilte, begrijpen wat hen raakt, en kiezen voor échte connectie wanneer het erop aankomt.


Vragen om het gesprek thuis of in de klas te openen:

  • Wanneer heb je de beste connectie met je vrienden

  • Zijn er apps die jou laten twijfelen aan jezelf?

  • Wat helpt jou om weer echt contact te voelen?

  • Wanneer voel je je online verbonden — en wanneer eerder alleen?

  • Welke herinneringen met jouw vrienden zullen jou altijd bijblijven?



 
 
 

Comments


bottom of page